In het jaar 1812 is door de Duitse geoloog en mineraloog Friedrich Mohs een overzicht opgesteld van verschillende hardheden van mineralen, de zogenaamde Mohs-schaal van minerale hardheid. Mohs-schaal is gebaseerd op het vermogen van een mineraal om zichtbaar een ander mineraal te krassen. Deze methode is on de oudheid al beschreven door Theophrastus in zijn verhandeling On Stones, c. 300 voor Christus en door Plinius de oudere in zijn Naturalis Historia, c. 77 na Christus.
Het principe is dat een mineraal dat een duidelijke kras kan maken op een andere mineraal een hogere hardheid heeft. Mohs heeft voor zijn schaal 10 mineralen gekozen die ieder een andere hardheid hebben en die veel voorkomen in de natuur. Deze 10 mineralen heeft hij gerangschikt door te onderzoeken welk mineraal een ander mineraal kon bekrassen en dus een hogere hardheid heeft.
Volgens de Mohs-schaal zijn mineralen met een hardheid van 1 tot en met 2 zacht, mineralen met een hardheid van 3 tot en met 6 zijn middelhard en mineralen met een hardheid van 7 en hoger zijn hard.
Stenen met een hardheid van 7 worden half-edelstenen genoemd, is de hardheid hoger dan zijn het edelstenen.
De schaal van Mohs is een relatieve schaal omdat deze verschillende mineralen met elkaar vergelijkt, waarbij de verschillen niet in absolute waarden uit te drukken zijn. Ondertussen zijn er verschillende methodes ontwikkeld om de hardheid van een materiaal te meten, zoals de Brinell test en de Vickers test. Beide testen worden in een laboratorium met gekeurde instrumenten uitgevoerd en geven de absolute hardheid van een mineraal. Voor veldgeologen is de schaal van Mohs echter nog van onschatbare waarde, omdat met een relatief simpele test kraspennen een eerste determinatie van een mineraal kan worden gedaan.
Het algemene uitgangspunt is dat een steen van een hoge hardheid ook duurzamer is, een steen met een lage hardheid zal sneller beschadigen. Dit betekent dat bij de keuze van een steen voor een sieraad hier rekening mee gehouden kan worden. Een 'zachte' steen blijft langer mooi in een hanger of in oorbellen, dan in een ring. Wordt zo'n steen wel in een ring gezet, doe deze dan af tijdens werkzaamheden die de ring en de steen kunnen beschadigen. Adamast adviseert om edelstenen met een hardheid lager dan 7 niet te gebruiken in een ring die dagelijks gedragen wordt.